In de rechtspraak over softdrugs is een tendens zichtbaar: de rechter veroordeelt een verdachte voor het illegaal aanwezig hebben van hennep, maar legt daarbij geen straf of maatregel op. De verdachte krijgt een ‘rechterlijk pardon’ artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Onlangs behandelde het hof Den Bosch een zaak waarbij een coffeeshophouder meer dan de toegestane hoeveelheid hennep in zijn auto aanwezig had en ongeveer twaalf kilo softdrugs opgeslagen had in een bedrijfshal. Hoewel de verdachte vanaf het begin toegaf dat hij de strafbare feiten had gepleegd, vond het gerechtshof dat hij daarvoor geen straf verdiende. De rechter heeft die bevoegdheid wanneer hij vindt dat de zaak zich daarvoor leent.
Rechters lopen vaker tegen de toch wat hypocriete ‘achterdeurproblematiek’ aan: de overheid laat de verkoop van softdrugs toe, maar het verbouwen van wiet en het leveren ervan aan de coffeeshops is strafbaar. Daarnaast mag er relatief gezien maar een hele kleine hoeveelheid softdrugs aanwezig zijn in een coffeeshop, terwijl er op een dag veel meer dan die hoeveelheid verkocht wordt. Dat weet toch iedereen. Hoe kan dit strafbaar blijven?
Niet alleen het gerechtshof in Den Bosch vindt blijkbaar dat het tijd is voor verandering. De rechtbank Amsterdam, rechtbank Noord-Nederland en rechtbank Midden-Nederland hebben niet al te lang geleden soortgelijke uitspraken gedaan. Het begint er dan ook steeds meer op te lijken dat de rechtspraak de Nederlandse overheid oproept om een einde te maken aan het dubbelzinnige softdrugsbeleid.
In de zaken waarbij de rechter oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het aanwezig hebben of vervoeren van softdrugs, maar waarbij de rechter geen straf oplegde, bleek het van belang te zijn dat de verdachten een nette en eerlijke handel dreven. Zo betaalden de verdachten belasting en elektriciteit en was er geen overlast. Ook lijken rechters mee te wegen dat niet al te veel softdrugs gevonden wordt: het moet duidelijk blijken dat de softdrugs alleen bestemd zijn voor het bevoorraden van de coffeeshops en niet voor – bijvoorbeeld – de export naar het buitenland.
Dus: hennepteelt is strafbaar, je kunt er voor veroordeeld worden, maar strafoplegging zelf wil nog wel eens uitblijven. De rechters geven een signaal, het is nu aan de wetgever om aan strafbaarheid een einde te maken en de hennepteelt te gaan reguleren.
Hennepteelt – Salvador Ingelse Advocaten Hennepteelt – Salvador Ingelse Advocaten Hennepteelt – Salvador Ingelse Advocaten Hennepteelt – Salvador Ingelse Advocaten